Aan het ICTU onderzoek ‘Hybride werken in het Rijk; Hoe dan?’ werkten ruim 10.000 rijksmedewerkers mee. De mensen werkten toen al een jaar lang thuis. Slechts 1 procent werkte gedurende die 12 maanden op kantoor. Van de thuiswerkers werkte 83 procent volledig en 16 procent gedeeltelijk vanuit huis. Van de thuiswerkers ervoer 60 procent dat als positief. Voor slechts 18 procent was deze ervaring negatief. De resterende 22 procent had geen uitgesproken mening.
Negatief en positief
Mensen hadden onder meer moeite met het vinden van een goede balans tussen werk en privé. Ook hadden velen geen goede thuiswerkplek. Wie dan toch naar kantoor ging, vond het lege kantoor weinig positief.
Respondenten die thuiswerken als positief hebben ervaren, de overgrote meerderheid, zeggen dat zij daardoor juist een betere werk-privébalans bereikten. Ook bracht het gezondheidsvoordelen met zich mee in de vorm van meer rust, meer tijd voor ontspanning en een gezondere levensstijl.
Tijdbesparing hybride werken
Op de vraag hoe vaak iemand op kantoor zal werken, antwoordt bijna twee derde (63%) dat ze 1 of 2 keer per week naar kantoor zullen gaan. 1 op de 10 rijksmedewerkers (11%) heeft geen vast aantal kantoordagen in gedachten. Een van de voornaamste voordelen van het hybride werken zit in de tijdbesparing vanwege minder reistijd (76%). Daarnaast is het belangrijk om werk- en privétijd beter te kunnen indelen (61%) en/of productiever te kunnen werken (60%). Ook verwachten medewerkers een bepaalde flexibiliteit te vinden doordat men zelf kan bepalen op welke locatie (51%) en/of welke tijden (49%) men werkt. Bij de minpunten weegt het gemis aan direct contact met collega’s weegt daarbij het zwaarst (61%).
De praktijk
Een afdeling van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) nam recent FlexWhere in gebruik om het hybride werken voor het personeel met niet patiëntgebonden functies in goede banen te leiden. De afdeling van Caroline de Vogel, verzorgt de monitoring op wet- en regelgeving en is een actieve partner in het vormgeven en implementeren van kwaliteitsbeleid.
De raad van bestuur wil dat medewerkers in niet-patiëntgebonden functies gemiddeld de helft van hun dienstverband op kantoor aanwezig zijn. Dit komt in de praktijk meestal neer op minimaal twee dagen in de week. “Hier speelt voor ons een issue”, vertelt De Vogel. “Toen corona begon, waren er zorgen om gedwongen thuis te werken. Mensen wisten niet hoe ze dat moesten doen, ze misten hun collega’s en gaven zelfs aan er depressief van te worden. Maar nu is dat sentiment gekanteld naar het tegenovergestelde.”
Kantoortuin
Volgens De Vogel is er sprake van een spanningsveld tussen de verkregen autonomie – je bent eigen baas en niemand zegt er iets van als je koffie drinkt of de hond uitlaat – en verbonden willen zijn, de sociale context van ergens bij willen horen – de meerwaarde van het fysieke contact, het aangehaakt blijven. “Die beide kanten van het spectrum hebben de afgelopen periode andere waarden gekregen. We hebben nu moeite om mensen weer naar het kantoor te krijgen.”
Haar afdeling werkt op een grote kantoortuin, die pre-corona de medewerkers nauwelijks voldoende plaats bood. “Er was sprake van ruimtegebrek, waardoor mensen regelmatig op hun laptop moesten werken ergens op een plekje in het LUMC in plaats van een vaste werkplek met dockingstation.
Inmiddels is er geen sprake meer van een gebrek aan werkplekken. Integendeel. Waar we nu tegenaanlopen, is dat we fysiek én online moeten kunnen werken en dat laatste kan niet echt in een kantoortuin. Teams-sessies werken verstorend in die grote open ruimte. Hiervoor zetten we nu enkele kleine kantoortjes in die in het verleden alleen voor MT-leden beschikbaar waren. Mensen kunnen deze via FlexWhere reserveren.”
Transitie
Door FlexWhere te introduceren, hoopt het LUMC de mensen weer te faciliteren om naar kantoor te komen. “In de tevredenheidsonderzoeken zeggen de mensen namelijk dat ze wel hun collega’s missen”, vertelt De Vogel. “Ook hebben mensen duidelijke werkplekwensen, zoals minimaal 2 werkschermen, een eigen kamer en dergelijke. Natuurlijk hebben wij wat dat aangaat enkele beperkingen. Maar het toont wel aan dat mensen vaardiger zijn geworden met IT. In het verlengde daarvan is ook de apparatuur verbeterd, zoals goede camera’s in de schermen en in vergaderruimtes kun je nu gewoon met een draadloos toetsenbord inloggen zodat niemand meer struikelt over kabels. We zitten nu midden in die transitie, waardoor nog niet alle werkplekken nieuwe dockingstations hebben. Dat zijn we nu allemaal aan het inrichten.”
Dit artikel is gesponsord door FlexWhere