Voor de werkgever was het probleem duidelijk. Een groot deel van zijn medewerkers had zich aangemeld voor een preventief medisch onderzoek (PMO) dat het bedrijf had aangeboden. En dus hadden die medewerkers zich laten testen op allerlei risicofactoren: overgewicht, hoge bloeddruk en diabetes. Ook hadden ze een vragenlijst ingevuld over bijvoorbeeld psychosociale arbeidsbelasting. Het resultaat was veelzeggend: 30 procent van de medewerkers gaf aan te maken te krijgen met ongewenst gedrag, maar tegelijk kampte maar liefst 60 procent met overgewicht. Een duidelijke zaak dus: de werkgever ging juist dat overgewicht aanpakken.
Inderdaad een logische conclusie – maar niet de juiste. Tenminste niet als die werkgever zijn ziekteverzuim omlaag wil brengen en de productiviteit omhoog. In dat geval kan hij zich veel beter richten op die psychosociale arbeidsbelasting. Die leidt namelijk tot veel verzuim en groot productiviteitsverlies, en dat al op korte termijn.
Test
Dit voorbeeld is veelzeggend. Want enerzijds laat het zien dat het nuttig is om medewerkers preventief te testen op allerlei risico’s – ook die 96 procent van de werknemers die iedere dag gewoon op het werk verschijnt. Aan de andere kant illustreert het een probleem. Welke testen voer je precies uit, en wat voor acties ga je daar vervolgens op ondernemen? Ja, een bedrijf kan het hele personeel een total-body-scan aanbieden, maar dat is onbetaalbaar. Bovendien vinden de radiologen dan allerlei knobbels en bobbels die ze nader moeten onderzoeken. Dat maakt het nog duurder, en bovendien stelt dat medewerkers bloot aan extra gezondheidsrisico’s. Er is bijvoorbeeld een biopsie nodig, of er moet contrastvloeistof worden ingespoten. En dat kan leiden tot bloedingen of allergische reacties.
Let op!
De oorzaken van verzuim in het verleden, zijn niet per se de oorzaken van verzuim in de toekomst. Testen is dus beter dan terugkijken.
De oplossing
De oplossing is een eenvoudige maar gedegen test naar die risicofactoren waar de werknemer zelf iets aan kan doen. Daarbij valt allereerst te denken aan de leefstijl: roken, overmatig alcoholgebruik en een gebrek aan beweging. Daarnaast zijn er lichamelijke aandoeningen als gehoorschade en klachten aan het bewegingsapparaat, en psychische factoren als angst, burn-out en depressie. Minstens net zo belangrijk zijn de waarden die mensen zelf kunnen meten: bloeddruk, cholesterol en bloedsuiker. De test wordt laagdrempeliger als werknemers eenvoudig uit te voeren testjes thuis krijgen gestuurd. De testresultaten kunnen ze vanuit huis opsturen naar het laboratorium, waarna ze hun persoonlijke gezondheidsrapport ontvangen.
Combinatie
Wat zo’n test vooral effectief maakt, is de combinatie van vragenlijsten en metingen. Ten eerste krijgen de werkgevers daarmee een beter beeld van de gezondheid van hun personeelsbestand op organisatieniveau. Maar net zo belangrijk: die medewerker raakt gemotiveerder om iets aan die gezondheid te doen. Met een vragenlijst alleen neemt die motivatie nauwelijks toe en doen er weinig deelnemers mee aan de check. Maar met bijvoorbeeld een aanvullende bloeddrukmeting, gebeurt dat wel. Een verhoogde waarde zorgt voor extra bewustwording, een soort spiegel naar binnen: nu moet er toch echt wat gebeuren. Dat blijkt zelfs op te gaan als de bloeddruk van medewerkers nog binnen de normale waarden valt. Voor veel van hen is zo’n meting blijkbaar een aanleiding om die bloeddruk ook in de toekomst laag te houden.
Het bovenstaande laat het zien: een test is zeker niet alleen bedoeld voor mensen met grote gezondheidsproblemen. Zo’n 10 procent van de medewerkers zit zwaar in de rode zone: een fors verhoogde bloeddruk, niet (adequaat) behandelde diabetes of een depressie. Ook voor hen is een test natuurlijk buitengewoon nuttig, maar zowel die bloeddruk, die diabetes als die depressie zijn beter te behandelen in een vroeg stadium. De gezondheidschade is nog niet groot, en een eenvoudige behandeling of interventie kan al een groot effect hebben.
Gefundeerd beleid
Terug naar het voorbeeld waarmee we begonnen. Want dat laat zien op welk gebied bedrijven de grootste winst kunnen behalen: bij mentale klachten. En uit onderzoek van de Erasmus MC blijkt dat het vooral de behandeling van die mentale klachten is die het verzuim kan terugdringen. Het ging zelfs om een reductie van 20 procent ten opzichte van de controlegroep.
Cijfers en resultaten zijn belangrijk. Ze kunnen bedrijven helpen bij het opzetten van een kosteneffectief gezondheidsbeleid. Veel werkgevers nemen allerlei willekeurige maatregelen: salades in de kantine, een cursus mindfulness, een sportschool op de derde verdieping. Maar hoe de kosten zich verhouden ten opzichte van de opbrengst, blijft vaak vaag. Echter, zo’n daling van het ziekteverzuim is makkelijk om te zetten in financiële winst. En als een bedrijf die stap heeft gezet, kan het ook duidelijke keuzes maken: deze interventies verdienen zich terug en deze niet. Een bijkomend voordeel: een HR-functionaris kan zo’n interventie gemakkelijker verkopen bij de directie.
Roderik Kraaijenhagen is cardioloog en medisch directeur bij wetenschappelijk instituut &niped. Annabel Splinter is commercieel manager Persoonlijke Gezondheidscheck bij &niped.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met &niped.