Dat blijk uit het Nationaal Onderzoek Duurzame Inzetbaarheid, uitgevoerd door Factor Vijf in opdracht van PW. onder 816 (HR-)managers. Positief is dat het thuiswerken tijdens de coronacrisis – aldus de HR-professionals – vaker wel dan niet ten goede is gekomen aan productiviteit en innovativiteit van medewerkers; een belangrijke les om ter harte te nemen. ‘Dankzij’ dit ongekende, wereldwijde, bepaald niet bewust opgezette experiment hebben we geleerd dat thuiswerken een ‘businesscase’ kan zijn.
Substantiële risico's
Maar die businesscase komt niet zonder kosten. Ook al hebben we in Nederland een soepele overgang naar thuiswerken gemaakt, het gaat gepaard met substantiële risico’s die makkelijk groter kunnen worden als we massaal blijven thuiswerken. HR-professionals zien wel degelijk flink wat leidinggevenden met aansturingsproblemen nu zo veel mensen thuiswerken. Ook zien ze dat vitaliteit, zowel fysiek als mentaal, evenals samenwerking tussen medewerkers te lijden hebben
onder het permanente thuiswerken. Leren en ontwikkelen krijgen wel aandacht – iedereen leert nieuwe manieren van (digitaal) werken en ook online leren wordt gewoner.
Maar de bredere, persoonlijke ontwikkeling krijgt minder aandacht van zowel medewerkers zelf als hun leidinggevenden. En duurzame inzetbaarheid staat nu minder prominent op de strategische agenda van organisaties dan vorig jaar.
Vitale beroepen minder vitaal
Vooral zorgwekkend is dat in organisaties met (veel) vitale beroepen, de medewerkers zelf juist relatief minder vitaal en duurzaam inzetbaar blijken, en dat hun werkgevers daar bovendien ook minder aandacht aan geven. Managers betrekken mensen minder bij besluitvorming en medewerkers ervaren minder autonomie in het werk. Persoonlijke ontwikkeling en welbevinden krijgen er minder aandacht.
Ook nemen organisaties met (veel) vitale beroepen het minder nauw met – of zijn simpelweg niet in staat tot – social distancing.
Lees alle uitkomsten van het Nationaal Onderzoek Duurzame Inzetbaarheid op PW. pro of download de whitepaper