Stel je werknemer wordt gebeld door school. Dochterlief was wat al te avontuurlijk tijdens het speelkwartier, is gevallen en is met een gebroken been naar het ziekenhuis gebracht. Paniek, want papa is aan het werk. Uiteraard wil papa direct naar het ziekenhuis om zijn onfortuinlijke spruit bij te staan. Hiervoor heeft hij recht op calamiteitenverlof. Wat is dit en wat is het verschil met kortdurend zorgverlof?
Calamiteitenverlof
De Wet arbeid en zorg kent kortverzuimverlof, aangevuld met een kraamverlof. Het kort verzuim wordt ook wel calamiteitenverlof genoemd. Werknemers kunnen hier een beroep op doen bij 'onvoorziene omstandigheden die een onmiddellijke onderbreking van de arbeid vergen'. Een voorbeeld is plotselinge waterschade thuis die moet worden bestreden, of inderdaad, een kind dat acute zorg behoeft.
Hoe lang duurt calamiteitenverlof?
Het verlof geldt slechts voor een ‘korte, naar billijkheid te berekenen tijd’. Afhankelijk van de situatie zal het gaan om een paar uren tot enkele dagen in zeer bijzondere omstandigheden. Bij noodzakelijke verzorging op de eerste ziektedag is de periode afgebakend tot die eerste ziektedag. Zowel werkgever als werknemer zullen telkens naar redelijkheid en billijkheid moeten handelen.
Kortdurend zorgverlof
Maar een kind dat uit een klimrek is gekukeld met gebroken botten tot gevolg, heeft natuurlijk langer zorg nodig dan 1 dag. Daarvoor bestaat het kortdurend zorgverlof. Dit stelt werknemers in staat zelf gedurende korte tijd een ziek thuiswonend kind, zieke partner of ouder te verzorgen. Dit geldt ook voor de zorg van broers en zussen, grootouders en kleinkinderen, huisgenoten of anderen in de sociale omgeving.
Om aanspraak te kunnen maken op kortdurend zorgverlof moet er sprake zijn van ‘noodzakelijke verzorging’, waarbij die zorg alleen door de werknemer kan worden verstrekt.
Hoe lang duurt kortdurend zorgverlof?
Het verlof gaat pas in op het tijdstip waarop de werknemer het opnemen ervan aan de werkgever meldt. Het verlof is in elke periode van 12 achtereenvolgende maanden ten hoogste 2 maal de arbeidsduur per week. Voor een werknemer met een volledige werkweek komt dit neer op 10 dagen per jaar. Voor deeltijders bestaat er recht op een evenredig deel van die 10 dagen.