Momenteel zijn er 10 verschillende wettelijke verlofregelingen. Deze moeten bijdragen aan een goede balans tussen werk en zorg voor kinderen of andere naasten. Maar, volgens Karien van Gennip (CDA), minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, weten mensen niet altijd waar ze gebruik van kunnen maken, omdat het verlofstelsel door de jaren heen 'te complex en onoverzichtelijk' is geworden.
Het kabinet stelt daarom voor om de verschillende regelingen terug te brengen tot 3 soorten verlof: zorg voor kinderen, zorg voor naasten en persoonlijke situaties. Daarmee volgt het kabinet het advies van de Sociaal Economische Raad (SER) op.
Eenvoudiger, begrijpelijker en toegankelijker
"Het is voor veel mensen een uitdaging om een goede balans te vinden tussen werk en privéleven, zeker als je naast je werk zorgt voor kinderen of hulpbehoevende familieleden. Er zijn verschillende verlofregelingen die je kunnen helpen bij het vinden van die balans. Maar veel werknemers en werkgevers zien door de bomen het bos niet meer", aldus minister Van Gennip. "Alleen al rond de zorg voor jonge kinderen gelden 7 verschillende regelingen. Daarom werken we aan een versimpeling van het verlofstelsel, zodat het eenvoudiger, begrijpelijker en toegankelijker wordt."
SER-advies
De SER pleit in haar advies voor een clustering in 3 pijlers: zorg voor kinderen, zorg voor naasten en persoonlijk verlof. Zo raadt de SER aan om de betaalde verlofregelingen rond de komst van een kind te vereenvoudigen. Hierbij wordt gepleit voor administratieve aanpassingen in aanvraagprocedures, betalingsvoorwaarden en communicatie om het verlof toegankelijker te maken voor ouders.
In het kader van persoonlijk verlof besteedt de SER bijzondere aandacht aan het faciliteren van rouwverlof, waarbij maatwerkafspraken en fiscale facilitering worden voorgesteld. Maatschappelijk en politiek leeft namelijk de wens om meer verlofvormen te faciliteren of wettelijk te regelen.
Meer aandacht voor mantelzorg
Daarnaast moet mantelzorg volgens de SER een duidelijkere plek krijgen binnen het verlofstelsel. Het advies is om kort- en langdurend zorgverlof samen te voegen en ook mantelzorg hieronder te scharen. De financiering zou meer evenredig verdeeld moeten worden, met een bijdrage vanuit publieke middelen.
De scenario's per cluster
Binnen de hoofdstructuur die uitgaat van 3 clusters, presenteert minister Van Gennip de vereenvoudigingsmogelijkheden in de vorm van scenario’s. "Het werken met scenario’s doet recht aan het feit dat een aanzienlijke stelselwijziging ingrijpend is, voor zowel de overheid als voor werkenden, als voor werkgevers", aldus de minister.
1. Zorg voor kinderen
De scenario's die Van Gennip schetst in het cluster 'zorg voor kinderen' bevatten voornamelijk varianten tot integratie en uitbreiding van de bestaande regelingen. De 5 scenario's kort toegelicht:
- Scenario 1: verschillende regelingen worden samengevoegd met 2 voorstellen voor betalingshoogte. In dit scenario blijft de verlofduur voor alle doelgroepen gelijk aan de huidige situatie.
- Scenario 2: regelingen worden samengevoegd en de verlofduur na de komst van het kind is voor iedere ouder gelijkgetrokken. Ook dit scenario bevat 2 voorstellen voor de betalingshoogte.
- Scenario 3: betreft 1 samengevoegde verlofregeling voor alle 'soorten' ouders, waarbij de verlofduur en betalingshoogte voor iedereen gelijk zijn.
- Scenario 4: Ook is er een scenario met een besparingsvariant opgenomen (scenario 4). In dit scenario worden regelingen samengevoegd en is voor de verlofduur aangesloten bij het minimum dat door (Europese) regelgeving wordt voorgeschreven. Dit scenario leidt tot een achteruitgang van de verlofrechten.
- Scenario 5: verschillende varianten van een bodem in de betalingshoogte van verlofregelingen met een betalingshoogte lager dan 100% worden gepresenteerd.
2. Zorg voor naasten
Binnen het cluster 'zorg voor naasten' heeft de minister 2 scenario's uitgewerkt met varianten voor integratie (scenario 6) en uitbreiding (scenario 7) van het kort- en langdurend zorgverlof. Op dit moment zijn deze verlofregelingen gericht op zorgbehoeften die niet geheel overeenkomen. Het kortdurend zorgverlof kan worden opgenomen voor de noodzakelijke verzorging van een zieke. Het langdurend zorgverlof kan worden opgenomen voor de verzorging van een naaste die levensbedreigend ziek is of hulpbehoevend is.
Een nieuwe, geïntegreerde en uitgebreide regeling voor zorgverlof biedt meer ruimte om (mantel)zorg te verlenen dan de huidige twee regelingen afzonderlijk.
De 2 scenario's kort toegelicht:
- Scenario 6: beide bestaande zorgverlofregelingen zijn samengevoegd tot 1 zorgverlofregeling van 8 weken per jaar, waarvan de eerste 2 weken met een betalingshoogte van 70%. De verlofduur en betalingshoogte is daarmee gelijk aan de huidige situatie. De situaties waarvoor het verlof kan worden ingezet, zijn in dit scenario samengevoegd. Daarbij is gekozen voor de meest ruime inzetbaarheid.
- Scenario 7: het zorgverlof wordt toegankelijker door de volledige verlofduur van 8 weken per jaar gedeeltelijk betaald te maken.
3. Persoonlijke situaties
Onder het cluster 'persoonlijke situaties' valt het huidige calamiteiten- en ander kort verzuimverlof. De minister heeft binnen dit cluster geen scenario's uitgewerkt. "Het gaat namelijk om een niet-limitatieve regeling voor uiteenlopende omstandigheden waarbij steeds maatwerk nodig is", aldus Van Gennip.
Werknemers kunnen verlof opnemen voor zeer dringende, onverwachte of bijzondere persoonlijke situaties, bijvoorbeeld als een ziek kind van school moet worden gehaald of wanneer een direct familielid overlijdt. Het kunnen opnemen van verlof draagt bij aan de duurzame inzetbaarheid. "Er zijn mij geen signalen bekend dat vereenvoudiging van deze regeling nodig is."
Het vervolgproces
Het is aan het volgend kabinet om het proces tot vereenvoudigen voort te zetten. "Het is van groot belang te werken aan een eenvoudiger, begrijpelijker en toegankelijker verlofstelsel", aldus Van Gennip. "Het zetten van verdere stappen in dit proces draagt bij aan een toekomstbestendig verlofstelsel, dat de balans tussen werk en privéleven verder faciliteert; behulpzaam is in het omgaan met maatschappelijke vraagstukken zoals mantelzorg; en de arbeidsparticipatie en economische zelfstandigheid stimuleert."