Nederland telt 35 arbeidsmarktregio’s. De arbeidsmarktregio’s komen voort uit de wet SUWI. In deze arbeidsmarktregio’s werken publieke en private organisaties samen om werkzoekenden te begeleiden in hun ontwikkeling en naar passend werk. Van oorsprong werken in de arbeidsmarktregio UWV en gemeenten (met de ontwikkelbedrijven) samen, maar de afgelopen jaren is dit uitgebreid met werkgeversorganisaties, vakbonden, de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en onderwijsinstellingen.
Recentelijk, op 29 april, is de Kamerbrief over hervorming arbeidsmarktinfrastructuur gepubliceerd. In deze Kamerbrief wordt gepleit voor een betere ondersteuning voor werkenden, werkzoekenden en werkgevers door anders en slimmer met elkaar te gaan samenwerken rondom het creëren van een regionaal loket het zogenaamd Regionaal Werkcentrum.
1 loket in plaats van veelvoud aan loketten
De afgelopen jaren is een veelvoud aan loketfuncties ontstaan in de verschillende arbeidsmarktregio’s. Ieder loket met zijn eigen doel en functie. Deze versnippering zorgt er helaas voor dat het voor de inwoners en werkgevers vaak niet meer duidelijk is met welke vraag men nou waar terecht kan. In de Kamerbrief wordt voorgesteld De Regionale Mobiliteitsteams, Werkgevers Servicepunten en Leerwerkloketten te laten samenwerken onder één naam, het Regionaal Werkcentrum. Idee is dat werkzoekenden, werkenden en werkgevers bij dit werkcentrum terecht met vragen over werk, volgende loopbaanstappen, (arbeidsmarktgerichte) scholing en personeelsvraagstukken.
Nog veel vragen
De vraag is hoe het toekomstig werkcentrum werkgevers en werkzoekenden goed weten te bereiken? En of het aanbod van de dienstverlening wel voldoende aansluit bij de behoeften die werkgevers en werkzoekenden hebben? En wat kunnen werkgevers zelf doen om inclusief werkgeverschap vorm te geven? Gaat het vormen van een Regionaal Werkcentrum de huidige ervaren knelpunten oplossen?
En uitdagingen
In de huidige situatie stemmen gemeenten en UWV hun werkgeversdienstverlening op elkaar af in werkgeversservicepunten (WSP's) en via de regionale mobiliteitsteams. WSP's kennen momenteel nog verschillende uitdagingen. Het gezamenlijk vormgeven van één loket blijkt een uitdaging, alsmede het bereiken en ondersteunen van werkgevers om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te plaatsen.
In de praktijk blijkt dat de regionale samenwerking binnen een arbeidsmarktregio voor werkgevers niet even transparant en effectief verloopt. Ook het ontsluiten van arbeidsmarktinformatie en passende instrumenten kan effectiever. Ondernemers zijn vaak nog onwetend welke instrumenten ingezet kunnen worden om organisaties inclusiever te maken. Zoals de inzet van financiële instrumenten (loonkostensubsidie, no-riskpolis of loondispensatie), instrumenten zoals jobcrafting om passend werk te creëren, de inzet van leer- en/ of werk technologieën of de inzet van begeleidingsinstrumenten als een jobcoach.
Ook zijn ondernemers zich vaak niet van bewust hoe de arbeidsmarktregio georganiseerd is en welke instantie voor welke type dienstverlening verantwoordelijk voor is. Hier liggen kansen voor publieke dienstverleners om tot een meer vraaggestuurde, effectieve ondersteuning te komen. Want zonder werkgevers geen werk.
Maar er zijn ook kansen
Anderzijds liggen er ook kansen voor werkgevers om zich nader te verdiepen in de mogelijkheden die er zijn zowel lokaal als landelijk om talentvolle arbeidskrachten te vinden. Werkgevers kunnen daarnaast ook veel van elkaar leren over inclusief werkgeverschap. Binnen alle arbeidsmarktregio's worden lerende netwerken van inclusieve werkgevers georganiseerd.
Een mooi voorbeeld hiervan is het Inclusief Ondernemers Netwerk (ION) van het Rijk van Nijmegen, de Normaalste Zaak of het netwerk lokale ondersteuning voor inclusief werkgeverschap. Binnen deze nationale en lokale netwerken worden good and bad practices met elkaar gedeeld om zo te leren van en met elkaar.
Arbeidsmarkt inclusief maken
Binnen de arbeidsmarktregio’s staan publieke en private arbeidsorganisaties samen voor de opdracht om de arbeidsmarkt inclusiever te maken. Dit leidt tot mooie partnerschappen, waarbij verschillende werkgevers elkaar aanvullen in de keten van arbeidstoeleiding. Zo hebben sociaal ondernemers vaak veel ervaring in het opleiden van talent met een kwetsbare arbeidsmarktpositie.
Uit recent onderzoek naar samenwerkingen tussen – vaak wat kleinere – sociaal ondernemers en reguliere werkgevers blijken 3 thema’s centraal te staan: waardecreatie (onder andere de mate waarin de betrokken partijen gemeenschappelijke doelen en ambities nastreven), middelen (zoals de mate waarin risico’s en opbrengsten uit de samenwerking gedeeld worden) en partnerschap (onder meer hoe om te gaan met verschillende werkwijzen). Het nieuw te vormen regionaal werkcentrumbiedt kansen voor de werkgeversservicepunten om hun dienstverlening op een innovatieve manier gericht aan te bieden.
Verdere ontwikkeling
De HAN heeft samen met Hogeschool Windesheim en Hogeschool Utrecht de subsidie SPRONG ‘All4Talent’ aangevraagd, samen met sociale partners, lokale overheden en bedrijven om de komende jaren samen verder te werken aan het organiseren van een inclusievere arbeidsmarkt.
*Dit artikel is eerder verschenen in aangepaste vorm op het digitaal platform Week van de 1000 Voorbeelden - Platform bind!