Sinds 1 januari van dit jaar moet je medewerkers vanaf 18 jaar aanmelden voor deelname aan je pensioenregeling. Het gaat hierbij om een wettelijk verplichte toetredingsleeftijd. Achtergrond van deze wijziging is dat de overheid graag wil dat zoveel mogelijk werkenden zo vroeg mogelijk pensioen opbouwen. Eerder verschilde de toetredingsleeftijd per pensioenregeling, waarbij een maximum startleeftijd van 21 jaar gold.
Rekening houden met franchise
Voorwaarde voor pensioenopbouw is dat de werknemer (vanaf 18) meer verdient dan de franchise (2024: € 17.545,- bruto per jaar) op voltijdbasis. De franchise is het gedeelte van het loon waarover de werknemer geen pensioen opbouwt, omdat hij of zij later ook AOW van de overheid krijgt. Bij een deeltijdbaan wordt de franchise naar verhouding berekend.
Voorportaalregeling nabestaandenpensioen
Met de verlaging van de toetredingsleeftijd is de zogenoemde 'voorportaalregeling' van toepassing op werknemers onder de 18 jaar. Een dergelijke regeling houdt in dat het nabestaandenpensioen van werknemers onder de pensioentoetredingsleeftijd al wordt verzekerd. Dit gebeurt in het nieuwe pensioenstelsel alleen nog op risicobasis. Dat betekent dat er recht bestaat op een nabestaandenpensioen voor de nabestaanden van een werknemer zolang deze bij jou meedoet aan de pensioenregeling.
Het recht eindigt zodra de deelname stopt. In het bestaande pensioenstelsel kan ook sprake zijn van een verzekering van het nabestaandenpensioen op opbouwbasis. Hierbij blijft de waarde van het nabestaandenpensioen ook na het einde van het dienstverband bestaan. Door (de overgang naar) het nieuwe pensioenstelsel zal voor de jonge deelnemers onder de 18 jaar alleen de opbouw van nabestaandenpensioen op risicobasis nog een optie zijn. Niet iedere pensioenregeling kent overigens een voorportaalregeling. Geldt deze wel in jouw regeling dan is het belangrijk om ook werknemers onder de 18 jaar aan te melden bij de pensioenuitvoerder.
Leeftijdsafhankelijke pensioenpremie
Kent je pensioenregeling een leeftijdsafhankelijke pensioenpremie? Dan mag het percentage van de pensioenpremie voor werknemers vanaf 18 jaar gelijk zijn aan het vroegere premiepercentage van deelnemers van 21 jaar. De pensioenuitvoerder mag ook een ander premiepercentage hanteren. De Belastingdienst heeft aangegeven dat het onder voorwaarden is toegestaan om het premiepercentage voor de leeftijdscategorie 20 tot en met 24 jaar te hanteren voor werknemers van 18 en 19 jaar.
Let op je pensioenbudget
Meestal betalen de werkgever en de werknemer allebei een deel van de pensioenpremie (‘werkgeversdeel’ en ‘werknemersdeel’). Het komt soms voor dat de werkgever of de werknemer de hele premie betaalt. Houd er rekening mee dat je als je (een deel van) de premie betaalt, je in totaal meer betaalt sinds 1 januari 2024. Je draagt namelijk voortaan ook premie af voor werknemers tussen 18 en 21 jaar. Mocht je het totale pensioenbudget gelijk willen houden dan kan je per werknemer minder geld besteden aan pensioen.
Lager nettosalaris werknemers vanaf 18 jaar
Door de verplichte verlaging van de toetredingsleeftijd gaan werknemers vanaf 18 jaar ook pensioenpremie betalen, tenminste als sprake is van een werknemersdeel. Ze krijgen daardoor een lager nettosalaris. Dit maakt het extra belangrijk om aan deze werknemers uit te leggen dat ze er wel wat voor terug krijgen, namelijk een goed pensioen.
Van doorsneepremie naar vlakke premie
In de meeste huidige pensioenregelingen geldt een doorsneepremie waarbij elke werknemer ongeacht de leeftijd hetzelfde percentage aan pensioenpremie betaalt. De pensioenopbouw is daarbij ook voor iedere werknemer gelijk. Hierdoor betalen jongere werknemers relatief veel premie. Bij pensioenregelingen die voldoen aan de nieuwe wet- en regelgeving van de Wtp is dit anders. Hierbij geldt een vlakke premie, waarbij iedere deelnemer wel hetzelfde percentage aan pensioenpremie betaalt, maar waarbij jongere deelnemers een hogere pensioenopbouw hebben dan oudere.
Overgangsrecht stijgende premie
Kent je organisatie momenteel een beschikbare premieregeling met een stijgende premie naar leeftijd, dan kan je gebruikmaken van overgangsrecht. Dat houdt in dat alleen werknemers die vanaf 1 januari 2028 bij je in dienst treden een vlakke premie gaan betalen.
Begin op tijd met een transitieplan
Samen met de pensioenuitvoerder zal je als werkgever je pensioenregeling aan de Wtp moeten aanpassen. Dit moet zorgvuldig gebeuren. Net als voor de pensioenuitvoerder geldt hierbij voor jou een wettelijke plicht om een transitieplan op te (laten) stellen. Daarin staan alle keuzes, overwegingen en berekeningen bij de transitie van de pensioenregeling. Het is verstandig om hier op tijd mee te beginnen.
Betrek de OR of personeelsvertegenwoordiging op tijd
Als je organisatie een ondernemingsraad (OR) kent, dan heeft deze instemmingsrecht bij veranderingen van de pensioenregeling. Is er sprake van een personeelsvertegenwoordiging (PVT)? Dan heeft deze adviesrecht bij veranderingen in de arbeidsvoorwaarden van minstens 1/4e van de in de onderneming werkzame personen. Dat is bij pensioenen altijd het geval. Overleg op tijd met de OR of PVT over aanpassingen van de pensioenregeling.
Communiceer helder over de lagere toetredingsleeftijd
Zorg dat je arbeidsvoorwaarden, arbeidscontracten, personeelshandboek en webpagina’s zijn aangepast aan de verplichte toetredingsleeftijd van 18 jaar voor het opbouwen van pensioen. Let er verder op dat je werknemers onder de 18 op tijd informeert over hun deelname aan de pensioenregeling en de voorportaalregeling als die geldt. Zo weten ze wat het belang ervan is en wat ze kunnen verwachten.
Status Wet toekomst pensioenen
De Wet toekomst pensioenen is goedgekeurd door het parlement. Het coalitieakkoord van het nieuwe kabinet zegt er niets over. Dat betekent dat de verdere invoering van de Wtp wordt overgelaten aan de politieke verhoudingen in het parlement. Een nieuwe minister voor sociale zekerheid zal doorgaan met het invoeren van de pensioenwet, zolang het parlement hier niet anders over gaat stemmen.
Dit artikel is gesponsord door Centraal Beheer.