Iedere werknemer heeft nu los van het aantal werkuren recht op hetzelfde maximum aantal uren kinderopvang. Daarnaast zijn vanwege de hoge inflatie de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget extra verhoogd. Het kabinet is van plan de kinderopvangtoeslag af te schaffen. Even de regels opfrissen: hier zijn je werknemers met jonge kinderen op dit moment aan toe.
Maximuurtarieven extra verhoogd
Werkende ouders hebben recht op een inkomensafhankelijke kinderopvangtoeslag voor dagopvang, buitenschoolse opvang of gastouderopvang van jonge kinderen. Voor de vergoeding van de kinderopvangkosten bestaan maximumuurtarieven. Deze hangen af van het type kinderopvang.
De maximumtarieven zijn in februari 2023 extra verhoogd ten opzichte van de normale indexatie vanwege de zeer hoge inflatie en ‘het grote publieke belang van toegankelijke en betaalbare kinderopvang’. Het maximumtarief is daarmee voor de dagopvang 9,12 euro per uur in 2023 geworden. Voor buitenschoolse opvang (BSO) bedraagt het maximumuurtarief dit jaar 7,85 euro. De maximumuurprijs in 2022 voor de gastouderopvang is 6,85 euro. Voor kosten boven het maximumtarief krijgen werkende ouders geen kinderopvangtoeslag. Betalen ze minder dan het maximumuurtarief, dan krijgen ze kinderopvangtoeslag voor dat goedkopere uurtarief. De Dienst Toeslagen betaalt ouders sinds 20 februari uit op basis van de extra verhoogde maximumuurtarieven. Dit gebeurt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023.
Vergoedingspercentages
Ouders die in 2023 een ‘gezamenlijk toetsinkomen’ van 26.944 euro of minder hebben, krijgen 96 procent van de kosten voor kinderopvang per kind vergoed. Voor inkomens vanaf 26.945 euro gelden afnemende percentages. De kinderopvangkosten die overblijven (bijvoorbeeld 4 procent voor de inkomensgroep onder 26.945 euro), betalen de ouders zelf als eigen bijdrage.
Maximum aantal opvanguren voor iedereen gelijk
Per kind kan een werknemer voor maximaal 230 opvanguren per maand kinderopvangtoeslag ontvangen. Het soort opvang en het aantal uren kinderopvang bepalen de hoogte van de kinderopvangtoeslag. Tot 2023 telden ook het aantal gewerkte uren van de werknemer mee, maar dat is veranderd. Sinds 1 januari 2023 kan iedere werknemer ongeacht het aantal werkuren tot maximaal 230 uur opvanguren vergoed krijgen. Hieronder staat een voorbeeld van de berekening van de kinderopvangtoeslag bij dagopvang van twee werkende ouders.
Voorwaarden kinderopvangtoeslag
Voorwaarden voor kinderopvangtoeslag zijn dat de werknemer en diens partner werken of een erkende opleiding of een traject naar werk volgen. Verder moet de opvang geregistreerd zijn in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Werknemers met jonge kinderen kunnen de kinderopvangtoeslag aanvragen op de website van de Belastingdienst. Dat moeten ze zelf doen binnen drie maanden na de maand waarin hun kind voor het eerst naar de opvang gaat. Voor alleenstaande ouders is het voldoende dat zij werken om recht te hebben op kinderopvangtoeslag. Als een alleenstaande ouder een toeslagpartner heeft, dan telt het gezamenlijke inkomen mee voor de kinderopvangtoeslag.
Kinderopvanguren
Werkende ouders kunnen alleen aanspraak maken op kinderopvangtoeslag voor de uren waarop de kinderopvang de dienst ook daadwerkelijk aanbiedt. De kinderopvang moet geopend zijn en de opvanguren moeten in het contract staan. De feestdagen zijn hierbij een uitzondering. Het maakt verder niet uit of werkende ouders de uren wel of niet gebruiken voor kinderopvang, maar wel of ze ervoor hebben betaald. Overgebleven uren van de 230 waarop werkende ouders maandelijks recht heeft, kunnen zij eventueel later nog gebruiken, mochten ze geen recht meer hebben op kinderopvangtoeslag.
Werkgeversbijdrage
Werkgevers dragen verplicht bij aan de kinderopvangtoeslag. Het gaat om een inkomensonafhankelijke werkgeversbijdrage. Deze bedraagt een zesde van de totale toeslag per ouder. Ouders ontvangen het niet direct van de werkgever, maar van de Belastingdienst die het uitkeert als deel van de kinderopvangtoeslag. Elke werkgever betaalt daarvoor aan de Belastingdienst een uniforme opslag kinderopvang (Aof) van 0,50 procent van het salaris.
Afschaffing kinderopvangtoeslag
Vanwege de toeslagenaffaire is het kabinet van plan de kinderopvangtoeslag af te schaffen. Wanneer en hoe dat precies gebeurt, is nog onduidelijk. Vanaf 1 januari 2025 wil het kabinet ongeacht het inkomen van de ouders 96 procent vergoeden tot een vooraf vastgesteld maximumuurtarief. Bovendien betaalt de overheid dan voortaan rechtstreeks die 96 procent van de kinderopvangkosten aan de kinderopvang zelf. Alle ouders met recht op kinderopvangtoeslag hebben dan alleen nog de vier procent als eigen bijdrage. Hiermee behouden ook de laagste inkomens minstens hun huidige vergoeding. Het coalitieakkoord gaf nog aan dat de vergoeding voor kinderopvang 95 procent zou worden, waarnaar deze mogelijk verder omhoog zou gaan naar 100 procent. Laagste inkomens die nu 96 procent ontvangen, zouden daardoor benadeeld worden. Wel blijft het zo dat ouders alles boven het maximumuurtarief zelf moeten betalen.
Prijsplafond
Er zijn zorgen dat veel kinderopvangverblijven hun tarieven tot boven het maximuurtarief gaan verhogen omdat de vraag naar kinderopvang met de ruimere vergoeding zal gaan stijgen. De bedrijven zien hierdoor mogelijkheden om extra winst te maken. Mogelijk komt hiervoor een prijsplafond, maar het kabinet moet daar nog een besluit over nemen.
Kindgebonden budget
Het kindgebonden budget is een toeslag van de Belastingdienst als maandelijkse aanvulling op de kinderbijslag. Ouders die al een toeslag hebben, krijgen vanzelf kindgebonden budget, als ze er recht op hebben. Het budget is inkomensafhankelijk. Daarnaast mag de aanvrager in 2023 niet meer vermogen hebben dan 127.582 euro. Het gezamenlijke vermogen (bij twee partners met recht op toeslag) mag niet hoger zijn dan 161.329 euro.
Koopkrachtverbetering
Als koopkrachtverbetering heeft het kabinet per 1 januari 2023 een deels structurele verhoging van het kindgebonden budget ingevoerd. Het maximumbedrag vanaf het derde kind is gelijk geworden aan het maximumbedrag voor het tweede kind. Daarnaast zijn alle bedragen voor kinderen met 356 euro per jaar verhoogd. Ten derde is de alleenstaande ouderkop (regeling van de Belastingdienst voor alleenstaande ouders) tijdelijk gestegen met 356 euro per jaar. Tot slot ging het maximale bedrag voor ouders vanaf hun derde kind met 468 euro per jaar omhoog. Deze verhoging is structureel. De andere stijgingen vormen een tijdelijke koopkrachtmaatregel.
HR-beleid werkende ouders
Houd in je HR-beleid rekening met werknemers met jonge kinderen. Dat kan door flexibele werktijden mogelijk te maken en werknemers de gelegenheid te geven deels thuis te werken. Daarnaast kan je werknemers ondersteunen bij het vinden van een geschikte en betaalbare kinderopvang.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking metCentraal Beheer.