Premiedifferentiatie betekent dat er op basis van bepaalde criteria verschillende premies worden geheven voor hetzelfde soort (werknemers)verzekering. De huidige premiedifferentiatie van de WW houdt in dat er voor de eerste zes maanden WW een specifieke sectorpremie geldt per sector. Deze premie is hoger in sectoren met relatief veel WW-instroom. De hoge premie moet een financiële prikkel zijn om deze instroom te beperken. Momenteel zijn er maar liefst 69 sectorpremies. De WW-uitkering na het eerste halfjaar komt nu uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf).
Sectoren
Op de huidige arbeidsmarkt functioneert het systeem van sectordifferentiatie niet goed meer. Volgens het kabinet is de sectorindeling sterk verouderd. Deze weerspiegelt de economische werkelijkheid niet meer. Ook hebben veel bedrijven door ‘branchevervaging’ activiteiten in meerdere sectoren. Daarnaast wisselen werknemers veel van sector. Verder is er geen prikkel voor individuele werkgevers, omdat een sector de WW-lasten collectief draagt.
Lage en hoge WW-premie
Het kabinet wil de sectorpremies en de algemene Awf-premie vervangen door een lage en een hoge WW-premie voor alle werkgevers. Dit staat in het regeerakkoord en in het wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in balans. De lage premie hangt dan samen met de WW-instroom vanuit vaste contracten en de hoge premie met een WW-instroom vanuit tijdelijk contracten. Dit moet leiden tot relatief lagere kosten bij ontslag van medewerkers met een vast contract.
Hiermee wil het kabinet zo’n contract aantrekkelijker maken voor werkgevers. Het omschrijft daarbij het vast contract als een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die de omvang van de te verrichten arbeid eenduidig vastlegt. Dit sluit nulurencontracten voor onbepaalde tijd uit. Daarnaast vangt de nieuwe premiedifferentiatie de financiering van het hogere werkloosheidsrisico van tijdelijke werknemers op.
Premieherziening
Het wetsvoorstel geeft aan dat er voor werkgevers die de lage premie betalen in bepaalde gevallen een herziening kan komen van deze premie. Ze dragen dan met terugwerkende kracht de hoge premie af. Hiervan kan ten eerste sprake zijn als het vaste contract binnen een jaar na het begin van de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, waarna de werknemer een WW-uitkering krijgt. Daarnaast kan herziening plaatsvinden als de werknemer een gedeeltelijke WW-uitkering ontvangt vanwege urenverlies bij de werkgever, terwijl de arbeidsovereenkomst van kracht blijft. Uitzondering hierop is dat bedrijfseconomische redenen of arbeidsongeschiktheid zorgen voor een lager aantal uren.
Tot slot kan de lage premie worden herzien als de werkgever de arbeidsovereenkomst binnen vijf maanden beëindigt. Dat is de termijn van de maximale proeftijd volgens het wetsvoorstel. De herzieningsmogelijkheid moet fraude en oneigenlijk gebruik van de lage premies tegengaan.
Algemene Maatregel van Bestuur
De specifieke voorwaarden en hoogte van de nieuwe premies zal het kabinet regelen met een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Het stelt daarbij de hoogte van beide premies, net zoals in de huidige situatie, jaarlijks vast.
Positieve ontvangst
Het wetsvoorstel komt dit najaar bij de Tweede Kamer te liggen. De beoogde ingangsdatum van deze wet is 1 januari 2020. De eerste reacties op de nieuwe premiesystematiek voor de WW zijn voornamelijk positief.
Vast of tijdelijk contract
U doet er verstandig aan om een duidelijk beleid te maken voor het afsluiten van vaste of tijdelijke contracten. Hierbij spelen kosten en risico’s een rol, maar ook het binden van goede werknemers aan uw organisatie. Bovendien voorkomt u discussies waarom de ene werknemer wel een vast contract krijgt en de andere niet.
Nog veel meer lezen over loonkostenvoordelen? Download dan het e-book Wegwijs in Arbeidsvoorwaarden