Uit de begroting van het kabinet bleken weinig concrete plannen op het gebied van verzuim. Een aantal van de plannen van het vorige kabinet, zoals de vereenvoudiging van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), wordt voortgezet. Experts geven in PW. duiding aan deze begrotingsvoorstellen.
Hervorming WIA-stelsel
Het kabinet wil de WIA verbeteren en vereenvoudigen met concrete voorstellen gebaseerd op de aanbevelingen van de OCTAS-commissie. “We willen een arbeidsongeschiktheidsstelsel waarin bestaanszekerheid en vertrouwen centraal staan", is te lezen in de Miljoenennota. “En een stelsel dat toekomstbestendig, betaalbaar en uitvoerbaar is.” Het kabinet komt tegen het einde van het jaar met voorstellen voor de uitwerking van OCTAS.
Volgens Ruben Houweling, hoogleraar arbeidsrecht aan de Erasmus School of Law, is het positief dat het kabinet deze regelingen gaat vereenvoudigen. “We hebben het stelsel te complex gemaakt", zegt hij. “Dit kabinet wil dat fundamenteel herzien. En ja, dit was al ingezet door het vorige kabinet, maar het positieve nu is dat het kabinet er in ieder geval mee door wil. Ze hadden ook kunnen zeggen: ‘Alle aandacht gaat naar woningbouw of migratie.' Men lijkt het serieus te nemen.”
Ook werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland juichen de plannen van het kabinet om het WIA-stelsel te vereenvoudigen toe. “Het kabinet is voornemens de WIA op langere termijn meer te richten op re-integratie en minder op (medische) beoordeling", aldus de organisaties. “Dat juichen wij toe. Wel missen we nadrukkelijk de zorg over het steeds hogere ziekteverzuim en de steeds hogere instroom in de WIA. Oftewel, wij achten het nodig dat er meer aandacht komt voor maatregelen die aangrijpen ‘aan de voorkant’ (eerste 2 jaar) en niet pas na 2 jaar ziekte.”
Het wegvallen van de vereenvoudigde WIA-beoordeling voor 60-plussers
Iets dat niet begroot is door het kabinet is de 60-plusregeling. Deze tijdelijke regeling, die 31 december 2024 afloopt, regelde dat het UWV geen verzekeringsarts hoefde in te schakelen, maar dat de arbeidsdeskundige de WIA-beoordelingen kon doen. Het resultaat daarvan was dat iedereen die geen werk meer had, standaard in de Regeling werkhervatting gedeeltelijke arbeidsgeschikten (WGA) 80-100% kwam. Dit konden ook 60-plussers zijn die bij een reguliere WIA-keuring anders minder dan 35% arbeidsongeschikt zouden zijn geworden. De regeling leidt dus tot extra WGA-instroom, maar de werkgever hoefde dat niet zelf te betalen. De lasten werden door een bijdrage van de minister betaald via het Arbeidsongeschiktheidsfonds. De regeling was bedoeld om de druk op het UWV te verminderen.
Marjol Nikkels, verzuimspecialist en eigenaar van Sensio Opleidingen, is verbaasd dat er niets is benoemd over deze regeling in de Prinsjesdagstukken. "Vorig jaar is de regeling nog verlengd en is de einddatum van 31 december 2024 benoemd. Er had in de begroting nadrukkelijk aangegeven kunnen worden dat de regeling niet meer van toepassing is in 2025." Het zal volgens Nikkels als een shock komen voor veel werkgevers. "De 60-plusregeling zorgde ervoor dat bedrijven geen volledige WGA-kosten hoefden te dragen voor oudere werknemers die na einde wachttijd instroomden in de regeling WGA tussen 1 oktober 2022 en 31 december 2024. Nu deze regeling verdwijnt, zullen vooral grote werkgevers, die een groot aantal oudere werknemers in dienst hebben, zelf weer de financiële verantwoordelijkheid van de WGA-instroom moeten dragen."
Nikkels waarschuwt dat de kosten voor sommige bedrijven kunnen oplopen tot wel € 150.000 per WGA-instromer, verspreid over een periode van 6 tot 7 jaar. Voor HR betekent dit dat zij hun verzuimbeleid zo moeten inrichten dat ze ook de oudere werknemer maximaal proberen te herplaatsen in andere arbeid. "Alle vrijblijvendheid moet van de re-integratie af, zodat we geen kansen missen om ook de oudere werknemer binnen het arbeidsproces te behouden", aldus Nikkels. "De overheid heeft er bewust voor gekozen om het financiële risico van WGA-instroom bij de grotere werkgevers neer te leggen. Grote werkgevers betalen voor hun eigen WGA-instroom. Dit geldt niet voor de kleinere bedrijven met een jaarloonsom onder de € 990.000. Zij betalen de lasten van de WGA-instroom sectoraal. Daartussen zitten nog de middelgrote bedrijven, zij betalen deels hun eigen schade en deels de schade van de sector."
Daarnaast wijst Nikkels erop dat het verdwijnen van de 60-plusregeling de werkdruk bij het UWV verder kan verhogen. "Dit gaat ook weer op het bordje van het UWV terechtkomen, waar het al één grote chaos is. Ik ben benieuwd hoe dat gaat uitpakken", zegt ze.
Aandachtspunten Algemene Rekenkamer
Ieder jaar stuurt de Algemene Rekenkamer de Tweede Kamer enkele aandachtspunten bij de ontwerpbegroting van de ministeries ten behoeve van de begrotingsbehandeling. In een brief aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid laat de Rekenkamer weten:
"In de begroting gaat de minister niet in op de financiële risico’s van de maatregelen om
de achterstanden bij de WIA-beoordelingen terug te dringen. Zo leidt de 60+ maatregel tot
een hogere WIA-instroom. Daar komt bij dat de toename van het aantal WIA-aanvragen
met 10.000 in 2023 voor een groot deel onverklaard is."
Meer wendbaarheid bij re-integratieverplichtingen
Verder wil het kabinet kleine en middelgrote ondernemers meer wendbaarheid geven bij re-integratieverplichtingen voor hun zieke werknemers. “Dat kan door eerder duidelijkheid te creëren over het vervangen van een langdurig zieke werknemer", aldus kabinet-Schoof in de Miljoenennota. Het kabinet werkt de plannen hiervoor, naar eigen zeggen, zo snel mogelijk uit. De aanzet was al gegeven door het vorige kabinet.
Volgens Annemarie Busse, arbeidsrechtadvocaat bij WVO Advocaten, geeft het nieuwe wetsvoorstel geen stimulans voor de zieke werknemer. “De Raad voor de Rechtspraak gaf eerder al een heel negatief advies over het wetsvoorstel van het vorige kabinet. Ik denk dat dit alleen maar tot meer conflicten gaat leiden tussen werknemer en werkgever", aldus de arbeidsrechtadvocaat.
“'Je bereikt hier niet mee wat je wilt', zegt de Raad voor de Rechtspraak. Ik deel die conclusie: waarom zou de werknemer na het eerste jaar al zeggen het 2e deel van de re-integratie te laten gaan? Je loopt, zoals gezegd, een grotere kans op een arbeidsconflict over de re-integratie.” Busse vraagt zich af of het kabinet naar deze kritiek gaat luisteren. “Wat gaan ze ermee doen? Dat maakten ze nog niet duidelijk in de Prinsjesdagstukken.”
Geen compensatie transitievergoeding voor grotere bedrijven
Zoals aangekondigd in het hoofdlijnenakkoord kunnen werkgevers met 25 medewerkers of meer vanaf 1 juli 2026 geen compensatie voor de transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid meer aanvragen. Voor kleine bedrijven blijft deze regeling wel gelden. Dit moet uiteindelijk in 2065 een besparing van € 378,8 miljoen opleveren.
Volgens Lucia van Kooten Niekerk, arbeidsrechtadvocaat bij Capra Advocaten, zijn de juridische implicaties van de afschaffing aanzienlijk. “De Hoge Raad heeft bepaald dat werkgevers verplicht zijn om in te stemmen met een verzoek tot beëindiging van het dienstverband bij langdurige arbeidsongeschiktheid, mits zij voor de transitievergoeding compensatie kunnen ontvangen. Als deze compensatie wegvalt, vervalt mogelijk ook de verplichting voor werkgevers om in te stemmen met zo'n verzoek", legt de arbeidsrechtadvocaat uit. Dat zou kunnen leiden tot een hernieuwde juridische strijd tussen werkgevers en werknemers over de beëindiging van dienstverbanden.
Lees hier de uitspraak: ECLI:NL:HR:2022:1575, Hoge Raad, 21/01230 (rechtspraak.nl)
Voor HR-professionals betekent dit dat zij zich goed moeten voorbereiden op de aankomende veranderingen. Van Kooten Niekerk benadrukt: “HR moet nauw samenwerken met de juridische afdeling om te beoordelen of zij nog steeds verplicht zijn om in te stemmen met een verzoek tot beëindiging van het dienstverband. Het is essentieel om op de hoogte te zijn van de juridische implicaties en te anticiperen op mogelijke rechtszaken die hierover gevoerd kunnen worden.”
Evert Verhulp, hoogleraar arbeidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), aarzelt over de afschaffing van de compensatieregeling voor bedrijven met 25 medewerkers of meer. “Grote werkgevers hebben vaak een groter draagvlak om dit te kunnen betalen. Maar als de grote werkgever vanwege het ontbreken van de compensatie transitievergoeding niet meer aan de werknemer hoeft te betalen, maar de kleine wel, leidt dat tot enorme ongelijkheden." Hij stelt voor de hele regeling tegen het licht te houden.
“Ik heb het altijd heel raar gevonden dat een werkgever moet betalen bij het beëindigen van een arbeidsovereenkomst van een werknemer die al 2 jaar ziek en arbeidsongeschikt is. Die werknemer maakt geen transitie, dus waarom een transitievergoeding?", vraagt Verhulp zich af. “Dus: de transitievergoeding vind ik al onzin, het compenseren daarvan een nog grotere.”