Vanaf 2022 wijzigden het percentage en drempelbedrag van de bijtelling van de fiscale bijtelling privégebruik voor geheel elektrische auto’s van de zaak. Het drempelbedrag gaat hierbij sneller omlaag naar 2026 toe.
Bijtelling bovenop brutoloon
De fiscale bijtelling privégebruik auto geldt voor werknemers die jaarlijks boven de 500 privékilometers met een auto van de zaak rijden. Het gaat om een percentage van de cataloguswaarde van de auto, inclusief btw en bpm (aanschafbelasting van personenauto's en motorrijwielen). De Belastingdienst bepaalt de bijtelling op basis van de CO2-uitstoot (gram CO2 per kilometer) van de auto. De bijtelling komt bovenop het brutoloon van de werknemer. De werknemer betaalt er vervolgens belasting over.
Vaststelling bijtellingspercentage auto
De eerste 60 maanden dat een auto rijdt, is het bijtellingspercentage van toepassing van het jaar dat de auto voor het eerst op de weg kwam (datum eerste toelating (DET)). Hierbij zijn eigenaar- en gebruikerswisselingen niet van toepassing. Direct na de termijn van 60 maanden stelt de Belastingdienst het percentage opnieuw vast met de dan actuele regels.
Standaard percentage is 22 procent
Het normale bijtellingspercentage is sinds 2017 22 procent. Dit geldt voor auto’s met CO2-uitstoot. Voor 2017 was dat percentage 25 procent. Als een auto voor het eerst op naam is gesteld voor 2017 en voor die auto de 25 procent-bijtelling gold, dan blijft die van kracht. Voor auto’s ouder dan 15 jaar is de bijtelling 35% van de waarde in het economisch verkeer. Dat is de prijs die je volgens de Belastingdienst normaal zou krijgen als je de auto verkoopt.
Geheel elektrische auto’s
Voor geheel elektrische wagens geldt een voordelig bijtellingspercentage van 16 procent in 2022 tot een drempel van 35.000 euro. Daarboven komt het bijtellingspercentage van 22 procent.
Met het Klimaatakkoord uit 2019 stijgt het lage bijtellingspercentage in stappen (16 procent van 2022 tot en met 2024, 17 procent in 2025), totdat het in 2026 gelijk is aan het ‘hoge’ bijtellingspercentage van 22 procent. Het drempelbedrag gaat verder omlaag naar 30.000 euro in 2023-2025 om in 2026 te verdwijnen. Per 2026 bestaat er dus geen lager bijtellingspercentage meer en ook geen drempelbedrag voor geheel elektrisch auto’s.
Innovatieve emissieloze auto’s
In 2022 geldt voor bepaalde auto’s zonder CO2-uitstoot voor de gehele cataloguswaarde het 16%-tarief. Het betreft auto’s die op waterstof rijden en auto's die hun energie volledig uit geïntegreerde zonnecellen halen. De zonnecellen moeten een vermogen bezitten van minstens 1 kilowattpiek en de accu mag geen lood bevatten.
Er bestaat voor innovatieve emissieloze auto’s dus geen drempelbedrag. De invoering daarvan voor deze auto’s is uitgesteld tot na 2024. Het bijtellingspercentage voor nieuwe auto’s op de weg neemt hier wel net als bij de elektrische emissieloze auto’s toe naar uiteindelijk 22 procent in 2026.
Geen bpm en mrb
Je hoeft tot 2025 bij het aanschaffen van een nieuwe geheel elektrische auto (of een auto op waterstof of zonnecellen) geen bpm te betalen. Vanaf 2025 betaal je bij de aankoop van een nieuwe helemaal elektrische wagen eenmalig een bedrag van 360 euro aan bpm. Dat bedrag stijgt na 2025 jaarlijks met de inflatie.
Daarnaast draag je tot 2025 geen motorrijtuigenbelasting (mrb) af voor de volledig elektrische auto (of een auto op waterstof of zonnecellen). In 2025 is er nog een korting van 75 procent op de mrb. Daarna verdwijnt deze korting.
Auto tijd niet gebruikt?
Het kan gebeuren dat een werknemer de ter beschikking gestelde auto een tijd niet gebruikt, omdat hij of zij tijdelijk arbeidsongeschikt is of de loopbaan onderbreekt. De bijtelling privégebruik auto blijft dan gelden.
Eigen bijdrage privégebruik auto
Betaalt de werknemer je vanuit zijn nettoloon een eigen bijdrage voor het privégebruik van de auto, dan moet je die van de bijtelling aftrekken. Voorwaarden zijn dat de bijdrage geldt voor het privégebruik en dat je deze vooraf met de werknemer hebt afgesproken.
Vaste bijtelling fiets
Vanaf 2020 is er een speciale fietsregeling in de vorm van een vaste bijtelling voor het ter beschikking stellen van een fiets, elektrische fiets of speed pedelec (snelle elektrische fiets) aan een werknemer. Het maakt geen verschil of het om zakelijk of privégebruik gaat. De werknemer mag de fiets ook onbeperkt privé gebruiken, bijvoorbeeld voor boodschappen halen of een fietstocht.
Er komt jaarlijks 7 procent van de waarde van de adviesprijs van de ter beschikking gestelde fiets bovenop het belastbaar loon van de werknemer. Als je de adviesprijs van een fiets niet kunt achterhalen, dan adviseert de Belastingdienst om de adviesprijs te nemen van een vergelijkbare fiets.
Extra loon
De werknemer heeft met deze fietsregeling vaste kosten voor de fiets van maximaal enkele tientallen euro’s per maand. Het betreft hierbij de belasting die de werknemer over dit ‘extra loon’ moet betalen volgens de belastingschijf waaronder zijn salaris valt. Als werknemers een beroep doen op deze nieuwe fietsregeling, dan kunnen ze geen gebruik maken van een onbelaste kilometervergoeding voor hun gemaakte fietskilometers.
Maandelijkse bijdrage fiets
Je mag de werknemer om een maandelijkse eigen bijdrage privégebruik fiets vragen. Het bedrag ervan gaat dan van de bijtelling af. De werknemer moet dit terug kunnen zien op de loonstrook. Het saldo van de bijtelling en de eigen bijdrage mag op kalenderjaarbasis niet negatief zijn. Verder mag je de werknemer geen (vaste) onbelaste vergoeding betalen voor zakelijke reizen waarvoor hij de fiets gebruikt, omdat er sprake is van ‘vervoer vanwege de werkgever’.
Opnemen in vrije ruimte
Je kunt er ook voor kiezen de bijtelling aan te wijzen als eindheffingsloon. Het bedrag ervan komt dan ten laste van de vrije ruimte in de werkkostenregeling. De werknemer hoeft dan geen belasting te betalen voor de fiets.