Sinds 2014 kun je als werkgever een beroep doen op de Subsidieregeling praktijkleren als tegemoetkoming voor de kosten van het begeleiden van leerlingen, studenten of werknemers (‘deelnemers’) die een (beroeps)opleiding volgen. De hoogte van de subsidie hangt af van het aantal weken waarin je de deelnemer praktijkbegeleiding gaf in het school- of studiejaar.
De regeling moet er mede voor zorgen dat de kennis en vaardigheden van de deelnemers goed aansluiten op de arbeidsmarkt. Een groot deel van de subsidie is bestemd voor de begeleiding van mbo’ers. De regeling moet jou stimuleren om praktijk- en werkleerplaatsen aan te bieden. De subsidieregeling loopt door tot 2023.
Subsidie-aanvraag
Je kunt een beroep doen op de Subsidieregeling praktijkleren voor een leerplek die de deelnemers extra op de arbeidsmarkt voorbereidt. Als de begeleiding afgelopen is, kan je de subsidie per student of werknemer aanvragen via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De maximumsubsidie bedraagt 2700 euro per praktijk- of werkleerplaats per schooljaar. De voorwaarden voor toekenning verschillen per onderwijscategorie.
Bij een overschrijding van het beschikbare subsidiebudget per onderwijscategorie verdeelt RVO het budget evenredig over de ingediende aanvragen in die categorie. De aanvraag voor het studiejaar 2020 – 2021 is mogelijk van 2 juni 2021, 9:00 uur tot en met 16 september 2021, 17:00 uur.
Beslissing OCW
Na 16 september besluit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) tegelijkertijd over alle ingediende aanvragen. Vervolgens berekent RVO op basis van alle aanvragen per onderwijscategorie het subsidiebedrag voor een volledige gerealiseerde plaats. Hierna volgen de individuele beschikkingen. OCW beslist binnen dertien weken na 16 september over de aanvragen die het heeft ontvangen. De beslissing is meteen de vaststelling van de subsidie.
Controles
RVO verwacht dat je als werkgever tijdens de begeleiding van een leerling, deelnemer of student de gevraagde administratie zelf bijhoudt, bewaart en op verzoek kan verstrekken. De dienst controleert of je aan alle voorwaarden voldoet. Controles vinden steekproefsgewijs plaats.
Toeslag bbl-leerwerkplek
Voor de sectoren landbouw, horeca en recreatie geldt een financiële toeslag voor een bbl-leerwerkplek (bbl staat voor beroepsbegeleidende leerweg). Het ministerie van OCW kent in deze sectoren extra financiële ondersteuning toe aan erkende leerbedrijven voor het mbo. OCW heeft voor de toeslag jaarlijks 10,6 miljoen euro gereserveerd. De toeslag geldt tot en met 2024. De Subsidieregeling praktijkleren eindigt echter zoals het er nu uitziet in 2022. Het is nog niet duidelijk of er een verlenging van die regeling komt. Het is daarom onbekend hoe de overheid de toeslag voor de studiejaren 2022- 2023 en 2023 - 2024 beschikbaar stelt.
Gedwongen sluiting corona
Vanwege corona kunnen werkgevers te maken hebben met gedwongen sluiting. Voor werkgevers die vanwege de corona-maatregelen een gedwongen sluiting hebben gehad na 16 december 2020, brengt de RVO de weken waarin werkgevers de bbl-studenten niet konden begeleiden, niet in mindering op de subsidie. Hetzelfde geldt voor bedrijven die niet gedwongen moesten sluiten, maar die toch dicht gingen, omdat open houden van het bedrijf binnen de richtlijnen van het RIVM, niet verantwoord was.
Nieuw persoonlijk ontwikkelbudget
Nieuw is per 1 januari 2022 het STAP-budget (Stimulans Arbeidsmarktpositie). Dat is een persoonlijk leer- en ontwikkelbudget van jaarlijks maximaal 1000 euro voor zowel werkenden als niet-werkenden. Onder voorwaarden hebben burgers recht op het STAP-budget dat ze kunnen gebruiken voor hun ontwikkeling en een grotere inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. Met het budget kunnen ze een opleiding, training of cursus volgen. Daarnaast kunnen ze er een traject mee betalen voor een Ervaringscertificaat (EVC). In zo’n EVC staat wat de kennis en ervaring van de werknemer (of werkeloze) zijn.
Eigen bijdrage
Er komt ieder jaar een totaalbudget van 218 miljoen euro dat jaarlijks kan leiden tot zo’n 200.000 toekenningen van een STAP-budget. Bij de toekenning van de subsidie geldt als uitgangspunt ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’. Het budget komt in de plaats van de fiscale scholingsaftrek van de inkomstenbelasting. Dat is een belastingvoordeel voor werkenden die een opleiding volgen. Na een evaluatie is gebleken dat deze aftrek de doelgroepen niet genoeg bereikt. Denk aan flexwerkers, werkzoekenden en werkenden met beroepen waar minder vraag naar is. Anders dan bij de fiscale scholingsaftrek hangt een eigen bijdrage niet af van het inkomen van het individu, maar van de kosten van de scholingsactiviteit. Alleen wanneer die kosten uitkomen boven het gestelde maximum van 1000 euro is er sprake van een eigen bijdrage.
Zware beroepen
De overheid wil dat deze mensen door het STAP-budget sneller een opleiding of cursus gaan volgen. Dat verkleint de kans dat ze werkloos worden of lang werkloos blijven. Ook kunnen mensen met zware beroepen met omscholing van baan wisselen. Daarmee kunnen zij volgens de overheid dan op een gezonde manier de AOW-leeftijd bereiken.
Monitoring en evaluatie
Na de invoering van het STAP-budget is in de beginfase jaarlijks sprake van monitoring. Twee jaar na invoering vindt er een evaluatie plaats. Na vijf jaar volgt een uitgebreide evaluatie. Daarna zou er een structurele wettelijke regeling moeten komen.
Voorwaarden STAP-budget
Gebruikers van het STAP-budget moeten 18 jaar of ouder zijn. Ze mogen de AOW-leeftijd nog niet hebt bereikt. Het budget kan worden aangevraagd door werknemers, ondernemers en niet-werkenden. Daarnaast mogen deelnemers in het kalenderjaar nog geen aanvraag voor een scholingsactiviteit toegekend hebben gekregen.
Ook mogen ze geen publieke, individuele financiering van onderwijs ontvangen, zoals: studiefinanciering, lerarenbeurs en tegemoetkoming schoolkosten voor meerderjarigen. Tot slot moet de scholingsactiviteit binnen zes maanden na het einde van de aanvraagtermijn starten.
Aanvraag bij UWV
Per 1 januari 2022 kunnen werkenden en werkzoekenden bij UWV het STAP-budget aanvragen. Dat kan per persoon jaarlijks een keer. Na goedkeuring van de aanvraag betaalt UWV het bedrag aan de opleider. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) houdt een register bij met opleidingen en EVC-trajecten waarvoor mensen STAP-budget kunnen aanvragen.
Opleidingseisen
Bespreek met je werknemers of het nodig is om een STAP-budget aan te vragen. Benadruk daarbij dat ze goed moeten kijken of een opleiding aan kwaliteitseisen voldoet en het juiste keurmerk of de juiste kwalificatie heeft. Het moet gaan om een van de volgende opleidingskwalificaties:
- een opleider die door OCW erkend onderwijs verzorgt;
- scholing die opleidt tot een branche- of sector-erkend certificaat;
- scholingsactiviteit die is gericht op een door het NCP NLQF ingeschaald(e) kwalificatie of diploma;
- scholing die wordt aangeboden door een opleider met een NRTO-keurmerk;
- scholing die bestaat uit een EVC-procedure bij een erkende EVC-aanbieder die wordt afgesloten met een ervaringscertificaat.
Individueel scholingsbudget
Als werkgever kan je ook een individueel scholingsbudget aan je werknemers verstrekken. Je werknemers kunnen eventueel het STAP-budget aanvragen als aanvulling op een scholingsbudget dat jij ze geeft. Zorg dat ze die aanvraag tijdig doen, vanwege het uitgangspunt ‘op is op'.
Meer weten over arbeidsvoorwaarden?
Download dan het e-book Wegwijs in Arbeidsvoorwaarden.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Centraal Beheer