De huidige regeling van het vroegpensioen loopt tot 2026. Via de Regeling Vervroegde Uittreding (RVU) kunnen werknemers eerder stoppen met hun werk, 3 jaar voordat ze hun AOW-leeftijd bereiken. Tot aan hun pensioen ontvangen medewerkers van hun werkgever een nettobedrag van 1.200 euro. Dit bedrag kunnen werknemers aanvullen als zij eerder met pensioen gaan (en dus ook eerder een pensioenbedrag opnemen).
Vakbonden eisten hogere vergoeding
Niet alleen mensen met een zwaar beroep maken gebruik van deze regeling. In verschillende branches is het vroegpensioen opgenomen in hun cao, zoals in de verzekeringsbranche. Daarom wilden werkgevers en vakbonden nieuwe afspraken maken over de deelname aan de RVU-regeling. De vakbonden eisten een hogere vergoeding voor het vroegpensioen, omdat het huidige bedrag van 1.200 euro in deze tijd te laag zou zijn voor veel mensen.
Geen duidelijkheid vanuit Den Haag
Werkgeversorganisaties vinden het voorbarig dat de vakbonden niet meer met de werkgevers willen praten. Volgens hen heeft het ministerie van Sociale Zaken namelijk nog geen duidelijkheid gegeven over de vraag of het een verlenging van de RVU-regeling ziet zitten. De werkgevers willen op een later moment weer in gesprek met de vakbonden.
Na de afgebroken onderhandelingen kunnen cao-partijen zelf afspraken maken over het vroegpensioen van bepaalde categorieën werknemers. Daarbij doen cao-partijen er verstandig aan om geen nieuwe RVU-afspraken te maken voor 2026 en verder. Het is immers onzeker of de huidige RVU-regeling ook na 2025 nog zal bestaan.